In het Hume hotel geen continental breakfast in buffetvorm
met papieren borden en plastic bestek, maar een old school ontbijtmenu waaruit
je kunt kiezen en dat geserveerd wordt op gewone aardewerken borden. Heerlijke
toast met ei en goede koffie (dat laatste is altijd wel een ding hier). Overigens
zijn de papieren borden/bekers en houten roerstaafjes in Canada al stukken duurzamer
dan de plastic of piepschuimen borden en de plastic roerrietjes die we in de VS
altijd hebben; aan duurzaamheid en milieu doet Canada echt veel meer.
Van Nelson rijden we naar Cranbrook. Wat vertel je over de
zoveelste mooie weg door de bergen en langs spiegelende meren? Zijn er in West-Canada
lelijke plekken?
We bezoeken Fort Steele, een openluchtmuseum over een dorp dat hier ooit was. Het fort voor de Mounted Police is in 1887 gesticht omdat de blanke bewoners in dit gebied zich bedreigd voelden door de indianen. Het fort groeide uit tot een dorp van 4000 inwoners, maar raakte in verval toen de aan te leggen spoorlijn via Cranbrook werd geleid en Fort Steele daarmee oversloeg.
We zien de
barakken van de regimentsleden en de luxe kamers van hun bazen. Verder
uiteraard de gebruikelijke kerkjes, een school, een smidse, woonhuizen, hotel, waterrad
en theater. In stijl verklede acteurs spelen toneelstukjes op straat. Doodeng is de praktijk van de tandarts, waar voor 1 dollar een kies getrokken kon worden. In het glas naast de tangen is een mooie verzameling te bewonderen.
De kamer die we in het Best Western hotel hebben geboekt, lijkt wel een vergaderzaal. Er staat een grote tafel, inclusief oplaadstation voor zes devices, met vier verrijdbare bureaustoelen eromheen in het midden van de kamer. Allemachtig wat een ruimte! Drie tv’s, volledige keuken en een aparte slaapkamer. Niet zo verwonderlijk dat dit soort kamers ook gehuurd worden door mensen die tijdelijk geen huis hebben.
In Boston Pizza waar we ’s avonds eten, staan de vijf grote tv-schermen
vrijwel allemaal op een sportzender die een MMA-toernooi verslaat. Op alle
restauranttafels staan grote pullen bier en pizza’s en ieders blik is gericht
op de schermen. Door de vele oh’s en ah’s en het gejoel als iemand goed op zijn
donder krijgt, gaan we als vanzelf meekijken. We worden meteen fan van Kevin Holland,
maar meer vanwege zijn naam als om zijn vechtkwaliteiten.
Terug in ons riante slaapkantoor kijken we zelfs verder, tot
show-vechtdames de uitzending overnemen. Jammer J