Het plan om te fietsen stellen we even uit tot vanmiddag.
Het is hier ’s ochtends minder dan 10 graden, te koud om in de korte broek op
de fiets te stappen. Daarom eerst met de auto de Norquay Mountain op, een weg
van zo’n 12 km met steile haarspeldbochten. Bijna bovenop de berg is een grote
weide, waar – zoals op veel plekken hier – twee rode stoelen staan om van het
uitzicht te genieten. Het drukke Banff beweegt zich beneden ons, hier is alleen
stilte.
Vlak onder de top van Norquay Mountain kun je met een skilift naar het puntje van de berg. Twee heren zitten wat verveeld bij de lift te wachten op gasten die niet komen. Niet zo verwonderlijk dat ze niet komen, voor 39 dollar zijn er in Banff spannender dingen te doen!
’s Middags huren we mountainbikes en fietsen de Lake Vermilion trail. Biking trails zijn hier trouwens ook vaak gewoon voor auto’s. Vermilion Lake is net als alle andere meren hier een mooi turquoise meer, alhoewel de naam anders doet vermoeden. Geen idee wanneer het meer dan rood is? Hier overigens geen zwemmers, wel watersporters en vissers. De reflecties van Mount Brundle in het water zijn prachtig.
Helaas gaat de trail niet rondom het meer, dus moeten we
dezelfde weg terug. Via de Fenland Trail, een mountainbike route dwars door het
bos, gaan we terug naar het hotel om onze zwemspullen te pakken. Johnson Lake
trekt en de rest van de middag zitten we lekker met een boekje aan het meer.
Heb ik al wel ergens geschreven dat het hier sterft van de muggen?
No comments:
Post a Comment