Tuesday, July 31, 2018

31 juli - Manning Park


Via Hope rijden we door Sunshine Valley naar Manning Park. De lucht is veel minder helder dan eerder, de temperatuur is onverminderd hoog.
Manning Park is een provinciaal park en ligt tegen de Amerikaanse grens aan. Het enige hotel hier is Manning Park Resort; we waren hier in 2011 ook en buiten de vloerbedekking die is vervangen door laminaat is er aan de kamers niets veranderd. Dus vragen we opnieuw om een hor, net als toen J. De kamers zijn erg warm, airco is er niet. Onze kamer ligt gelukkig aan de noordkant, dus geen zon op de ramen.


We rijden via de Blackwail Road de bergen in om de Paintbrush Trail te lopen. De weg gaat tot een hoogte van zo’n 2000 m. De laatste 5 km is rough road en leidt naar de alpenweiden die volgens de ANWB-reisgids van West-Canada in de laatste helft van juli en de eerste week van augustus een ‘oogverblindende kleurenpracht van bloemen tonen’. De Paintbrush Trail is inderdaad erg mooi, maar de kleurenpracht bestaat nu helaas uit slechts twee kleuren: witte bloemen en groen gras. 

Evengoed is het een gave hike door een indrukwekkend berglandschap met uitzicht op besneeuwde bergtoppen in de verte. Langs de trail staat een aantal amateurschilders met hun ezel. Leuk om te zien hoe ze allemaal op een verschillende manier de omgeving verbeelden.


We lopen nog een stuk van een andere trail en gaan dan terug naar het hotel en koelen af in het zwembad, een lekkere grote dit keer!  
Manning Park Resort ligt echt in the middle of nowhere. De dichtstbijzijnde winkels zijn op 45 minuten afstand. Je bent daarom voor alles aangewezen op de voorzieningen in het resort: een restaurant en een klein winkeltje waar de weinige dingen die er te koop zijn ook nog eens vreselijk duur zijn. Beetje dom dat we geen ontbijtspullen hebben gekocht toen het nog kon.
’s Avonds proberen we dit reisverslag bij te werken, maar de wifi is tergend traag. Met de bijgekochte high speed internet access van $ 3 lukt het net.


Monday, July 30, 2018

30 juli - Vancouver


Ondanks de hitte en het vreselijk belabberde (hard, smal, kraken) bed slapen we goed. De ventilator heeft zijn werk gedaan.
Als we opstaan is het al 25 graden buiten. Blijkbaar koelt het hier ’s nachts nauwelijks af. In de woonkamer van het appartement is het vreselijk heet. Met die ene ventilator krijgen we helaas niet een hele woning koel. Bijzonder is trouwens dat in de hal en de gangen van het complex airco is en in de appartementen zelf niet. Dat hadden ze beter om kunnen draaien.


We hebben een hele dag om Vancouver te bekijken. Gezien de drukte van gisteren zien we het niet zitten om met de auto de stad in te gaan en kiezen er daarom voor om met de waterbus naar het centrum te gaan. Van daaruit zijn de dingen die we willen zien te lopen.


We beginnen in Gastown, het oude centrum. Het is een mooi stukje Vancouver; brede straten met aan weerszijden grote bomen die voor schaduw en verkoeling zorgen. Bijzonder is de speciale klok die door stoom wordt aangedreven (zoek de stoom op de foto).



Via Columbiastreet willen we naar Chinatown. Wat we hier zien, is ronduit schokkend. De hele straat zit vol met junks en zwervers, alleen of in groepen. Te midden van dekens en plastic tassen vol zooi staren ze met een lege blik voor zich uit. Er wordt openlijk gespoten en gesnoven en niemand lijkt ervan op te kijken. We zien een vrouw achter een rollator die zo kromgegroeid is dat ze met haar gezicht op heuphoogte sjokt. Zwervers in rolstoelen, met hun hele hebben en houden in een plastic tasje. De straat is vergeven van de rotzooi. In de smalle aanvoerwegen achter de winkels en restaurants worden de vuilcontainers omgekeerd op zoek naar wat eetbaars.  We zien junks volledig flippen: schreeuwend, schoppend en ruzie makend om een stuk afval. En naast al deze zichtbare ellende is er de stank: overal hangt een doordringende pislucht.


We krijgen het beeld van Columbiastreet maar moeilijk uit het hoofd (en uit de neus). Het verschil tussen dat mooie Gastown district en de ellende die een paar straten verderop te zien is, is onvoorstelbaar. In 2011 hadden we rondom het hotel waar we toen zaten wel een boel vreemde types in de zijstraatjes gezien, maar zo veel als nu niet. Zelfs in de grootste winkelstraat van Vancouver, met sjieke kledingzaken van alle grote merken, liggen zwervers. Het is niet mogelijk om op een bankje te gaan zitten, want die liggen vol met afval en etensresten.


We besluiten naar Granville Market te lopen, een terrein met een deels overdekte markt met etenswaren, winkeltjes, galeries en een grote brouwerij. De Canada maps app zal ons de weg wijzen. Echter, ons gebrek aan voorbereiding wreekt zich. We komen wel uit bij Granville Market, maar dit blijkt een gelijknamige supermarkt te zijn. De Granville Market die wij bedoelen ligt op een schiereilandje een heel eind verderop. Met de hitte van nu dik 35 graden (niet alleen Nederland heeft een hittegolf, ook in British Columbia is het al weken droog en heet) hebben we geen zin meer om daarnaartoe te gaan. We besluiten terug te gaan naar het appartement, onze spullen in te pakken en te vertrekken uit Vancouver. Dat wat iedereen ziet als een fantastische gezellige stad zien wij nu vooral als deprimerend, stinkend en heet. Weg hier.


Ondertussen hebben we van de eigenaren van het appartement (geen idee wie dit zijn) een sms gekregen dat we onze auto op een andere plek moeten zetten. Raar gedoe, want gisteren is ons de plek waar de auto staat zelfs aangewezen.
We gaan terug met de waterbus en pakken al zwetend in een bloedheet appartement de spullen in. Henk stuurt een sms terug dat we weggaan en dat de auto dus ook weg zal zijn. Een refund zal er wel niet inzitten …
Wat later blijkt er 150 dollar op onze rekening gestort, refund voor de borg waarvan we niet wisten dat we dat moesten betalen. Thuis maar eens goed uitzoeken wat we hiermee moeten en een leuke review schrijven L

Het duurt anderhalf uur voor we de stad uit zijn en rond 19 uur checken we in bij een heerlijke Best Western in Abbotsford. ‘What are you guys doing in Abbotsford?’ Buiten is het nog steeds 35 graden, binnen is een zalig koel zwembad en overal airco!
Bij The Old Spaghetti Factory nemen we een jug bier en spoelen zo het vieze, stoffige en hete Vancouver weg. Abbotsford is cool J

Sunday, July 29, 2018

29 juli - Met de boot terug, Vancouver


We vertrekken op tijd uit Victoria omdat we niet kunnen voorzien hoe lang de reis naar de ferry zal duren in verband met alle constructions rondom Victoria. En ook al is het zondag, het is erg druk op de weg. We zijn echter zo ruim op tijd dat we een boot eerder kunnen nemen. Mazzeltje.
De bootreis is prachtig. We varen tussen tientallen Golfeilanden door. Sommige zijn onbewoond, maar er zijn ook eilandjes met geweldige huizen aan de waterkant. Steigertje, bootje, het goede leven trekt zich aan ons voorbij.


Om half 1 meren we aan op de aanlegsteiger van Tsawassen. We gaan eerst naar de outlet bij het internationale vliegveld van Vancouver. Grappig is dat deze outlet van dezelfde eigenaar is als die in Roermond, alleen komen daar de vliegtuigen niet zo laag overheen scheren.

Het is ongelooflijk druk in de outlet, vooral met Indiƫrs en Japanners (of Chinezen? Ooit vertelde collega Berry dat je het verschil tussen Japanners en Chinezen niet kunt zien maar alleen kunt horen: Chinezen zijn heel luidruchtig en Japanners zijn rustig!). Het lijkt wel alsof sommigen zo uit het vliegtuig naar de outlet zijn gegaan, want we zien families die de grote koffers nog bij zich hebben.
In de Nike store hangen ze er met de benen uit. Lastig zoeken tussen de sneakers die in alle soorten en kleuren door elkaar staan. Vind je iets wat je leuk vindt, dan zijn ze er weer niet in de juiste maat. Er zijn ook wat stellingen waar schoenen staan die er wel in alle maten zijn, maar uiteindelijk is de keus maar beperkt uit circa 30 verschillende modellen.

In de Gapstore is het al net zo’n rommeltje. Eigenlijk is een outlet maar raar. Je koopt voor de helft van het geld merkkleding die veelal van vorig jaar is. Als je in de opruiming merkspullen koopt, kost het ook de helft van het geld maar heb je kleding van dit jaar.


Van het vliegveld rijden we naar Vancouver. Vanaf de brug zien we de skyline van de stad, die hier vooral uit dicht op elkaar gepakte woontorens bestaat. Het oogt wat rommelig. Door de drukte van Vancouver City rijden we naar Vancouver North, aan de andere kant van het water, waar we een AirBnB hebben via Booking hebben geboekt voor twee nachten. Het traject voorafgaand aan deze boeking is wat schimmig. We moeten ons om 16 uur melden bij een flat, een getal intypen om binnen te komen en zullen daar onze ‘greeter’ zien die ons naar het appartement zal brengen. Het gaat wonderwel goed en we krijgen een appartement op de vijfde verdieping. Woonkamer/keuken, slaapkamer, badkamer en balkon. Op het eerste gezicht ziet het er allemaal keurig uit, alleen is het verschrikkelijk heet binnen. Geen airco, alleen een kleine ventilator. Onze auto kunnen we kwijt in een parkeergarage voor 20 $ per nacht; dit was er niet bij vermeld.
Ook op het balkon is het vreselijk warm. Het is buiten 33 graden en de warmte kan er blijkbaar niet weg. Net als in Nederland is het hier al weken heet en droog, zijn de grasvelden en weiden geel en snakt iedereen naar regen en koelte.
We slepen de ventilator ernaartoe voor een beetje frisheid, maar het helpt nauwelijks.

We besluiten om morgen met de waterbus naar Vancouver te gaan en voor nu hier te blijven. Om met de auto terug te gaan naar die hete en drukke stad (we zagen op de weg hiernaar toe een lange file bij Stanley Park) zien we niet zitten.
We eten in de buurt en halen vast ontbijt voor morgenvroeg.